Uiteraard zijn wij blij als ouders ons willen helpen. Voor ouders zien wij een belangrijke rol weggelegd binnen de jeugdwerking van de club. Vooral in het aanmoedigen van de kinderen, maar ook het actief op zich nemen van een aantal taken zoals ploegafgevaardigde, het vervoer van en naar wedstrijden, het opzetten en afbreken van de terreinen, het invullen van het wedstrijdblad, scheidsrechter zijn, bemannen van het cafetaria… vinden wij onontbeerlijk in onze jeugdwerking.  Wees een sportouder!


Algemeen

  • Ik waak erover dat mijn kind administratief met de club en de sportbond in orde is.
  • Ik weet dat mijn kind aan geen trainingen en wedstrijden kan/mag deelnemen als de administratieve formaliteiten niet vervuld zijn en mijn kind dan ook niet verzekerd is tegen gebeurlijke ongevallen en burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden.
  • Ik weet dat mijn kind pas administratief in orde is als het lidgeld en andere eventuele kosten van (her)aansluiting bij de club betaald zijn.
  • Ik breng mijn kind tijdig naar de training/wedstrijd en haal hem/haar daarna ook tijdig op. Verplaatsingen naar wedstrijden dienen te gebeuren door de ouders.
  • Indien je kind een probleem heeft waarvan je trainer best op de hoogte is, niet laten aanslepen maar onmiddellijk mededelen aan de trainer. Dit gebeurt steeds beleefd voor of na (niet tijdens) de training of wedstrijd.
  • We vinden het steeds leuk als ouders meehelpen bij de sportieve (wedstrijdje fluiten) en de extrasportieve clubactiviteiten.

 

Supporteren op wedstrijden

Belangrijke weetjes

  • Dit is een spel, volleybal is fun
  • Dit zijn kinderen
  • De coaches en trainers zijn vrijwilligers
  • Dit is het WK niet
  • De scheidsrechter is menselijk

Vooraf

  • Ik toon belangstelling voor de sport van mijn kind en ga regelmatig kijken en supporteren.
  • Ik vraag mijn kind om ervoor te gaan, altijd zijn best te doen, maar vooral plezier te maken.
  • Ik fok mijn kind niet op, leg geen overdreven druk op zijn schouders, maar stimuleer hem wel al zijn talenten te ontwikkelen.
  • Ik stimuleer mijn kind om zich aan de regels van de sport en de fairplay te houden.

Tijdens

  • Ik vertrek vanuit een positieve attitude zowel naar het eigen team als naar de tegenstander en de officials.
  • Ik begrijp dat het leerproces van de kinderen belangrijker is dan de cijfertjes op het scorebord.
  • Ik gebruik geen agressieve of schunnige taal langs de zijlijn.
  • Ik applaudisseer voor knap spel van zowel voor mijn kind als de tegenstrever.
  • Ik moedig mijn kind aan en maak het niet af voor zijn fouten.
  • Ik respecteer de beslissingen van de coach en de scheidsrechter.
  • Tijdens de wedstrijd moedig ik aan, de instructies geeft de trainer.

Nadien

  • Als ik niet akkoord ga met de coach, praat ik er met hem over.
  • Ik leer mijn kind om respect op te brengen voor de prestatie van de tegenstrever.
  • Ik kijk naar de inspanningen van mijn kind, niet enkel naar de uitslag of eindstand.
  • Na de wedstrijd bekijk ik samen met mijn kind wat liep goed, wat minder en wat we eruit leren.